Aardewerk is een belangrijke vondstgroep in de archeologie, het is overal, het is te dateren en je kunt er vele functies en activiteiten door reconstrueren. Maar het kan ons nog veel meer vertellen.
In de Nederlandse commerciële archeologie is het waarderen en evalueren van vindplaatsen een standaard onderdeel van de dagelijkse praktijk. Voor het vaststellen van de conserveringsgraad van het vondstmateriaal, met name aardewerk, ontbreekt nog een goede standaard die besluitvoering transparanter maakt en vindplaatsen beter vergelijkbaar. Hoe kleiner de scherf, hoe slechter de conservering. Omdat dit meetbaar is, is het mogelijk patronen door de tijd, locatie en vindplaatstypen te ontwaren.
Deze gegevens houden we, @Karen de Vries, @Nina Jaspers en @Roderick Geerts, al ruim een decennium bij, en eerste analyses laten veelbelovende resultaten zien. Om dit nader en op grote schaal te onderzoeken heeft @ADC ArcheoProjecten en @Terra Cotta Incognita een voorstel ingediend bij het innovatieplatform. Wij zijn de @Stichting Reuvens ontzettend erkentelijk dat zij ons voorgestelde onderzoek een subsidie hebben toegekend om dit in meer detail uit te gaan zoeken het komende jaar.
Het project bestaat uit twee fasen. In de eerste fase kijken we wat typische fragmentatiegraden zijn voor vindplaatsen, afhankelijk van hun ouderdom, regio en vindplaatstype. Tijdens de tweede fase onderzoeken we hoe goed de voorgestelde methodiek bij een inventariserend of kleinschalig onderzoek is voor het bepalen van de conservering van een vindplaats die later opgegraven is. Door de gegevens van de verschillende fases met elkaar te vergelijken leren we hoe betrouwbaar de voorgestelde methode is.


