Op de oevers van de Eemstroom: archeologisch onderzoek bij de Oostvaardersplassen

In het Entreegebied van de Oostvaardersplassen heeft ADC ArcheoProjecten afgelopen week een proefsleuven onderzoek uitgevoerd. Er werden sleuven over de oevers van het voormalige Eemstroom-systeem aangelegd. Dit is een systeem van geulen, kreken en oevers waarop zich mogelijk archeologische resten uit het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd, kunnen bevinden. Verwacht worden vindplaatsen uit de steentijd, maar ook scheepswrakken uit latere perioden en vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog.

Archeologisch onderzoek bij de Oostvaardersplassen. Foto ADC

In de Steentijd werd het grondgebied van Almere, evenals de rest van Flevoland, bewoond door groepen jagers-verzamelaars. De archeologische resten van deze bewoning bevinden zich in de top van het dekzand en in oudere begraven bodems, maar ook in het daarboven gelegen geulen- en krekensysteem behorend tot het zogenaamde laagpakket van Wormer en Walcheren, waar op en rond de oevers en hoge kwelders vroegneolithische bewoning en sporen van gebruik kunnen worden verwacht.

De ondergrond van Almere is in de Nieuwe Steentijd geleidelijk verdronken onder invloed van de zeespiegelstijging, waarna het is afgedekt met soms meters dikke veen- en kleiafzettingen.

Bodemlagen. Foto ADC

Met dit proefsleuven onderzoek willen we bepalen wat de aard, datering en omvang van eventuele archeologische sporen zijn, zonder deze onnodig te verstoren.

Archeologisch onderzoek vanuit de lucht. Foto Staatsbosbeheer

Relatiebeheer