Geen oud wijf bleef aan het spinnewiel...

Op Eigen Houtje – Een houtvondst in de schijnwerpers, Aflevering 4

...toen in de zomer van 2017 de prachtigste archeologische vondsten tevoorschijn kwamen op de Garenmarkt in Leiden. Door gunstige omstandigheden was hier ook veel organisch materiaal bewaard gebleven, waaronder meer dan 200 stukken hout. Hierbij waren vele gebruiksvoorwerpen, die allemaal een eigen verhaal hebben. We hebben gekozen voor twee van de kleinste houtvondsten, waarvan de functie nauw verbonden is met de plaats zelf.

Mogelijke snaarschijf van spinnewiel. Foto ADC

In een laatmiddeleeuwse beerput werd een mysterieus, gedraaid en doorboord voorwerp gevonden met vijf richels en daartussen diepe en minder diepe groeven. De vermoedelijke houtsoort is Spaanse aak, een boom die al van oudsher wordt gebruikt voor allerhande draaiwerk. Hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om een snaarschijf of snoerschijf van een spinnewiel, een onderdeel van de aandrijving van de vlucht. Dat is het deel van het spinnewiel waar de wol op een klos of bobijn wordt gewonden binnen de vleugelspil. De snaarschijf was d.m.v. snaren verbonden met het wiel, dat mogelijk nog werd aangedreven met de hand. Het moderne spinnewiel van het zogenaamde Saksische type (met voetaandrijving) is namelijk pas uitgevonden in 1530 n. Chr.

Vlucht van spinnewiel met snaarschijf, vleugelspil en klos uit het land van Waas (Stedelijke Musea st. Niklaas, België)

Spinnewiel, onderdelen

Gedraaide essenhouten spoel met lijnversieringen, mogelijk fragment van een spinrok

Uit een laatmiddeleeuwse sloot kwam een tamelijk bijzondere vondst van een gedraaid, spoelvormig stuk essenhout met lijnversieringen. Mogelijk gaat het om een spinrokken van een spinnewiel: het deel waar de gekaarde wol op werd geprikt. In een spinnewiel zijn namelijk twee activiteiten verenigd, die vroeger los van elkaar werden uitgevoerd: het spinnen van de wol en het spoelen van de wol (op de klos). Met een spinnewiel kon ook garen getwijnd worden, maar daarvoor was dan wel een twijnrek nodig, een houder met drie extra klossen. Het spinnen en twijnen van wol waren vormen van huisnijverheid, maar ook voor vrouwen uit de hogere klassen was dit soort handwerk een zeer geaccepteerd tijdverdrijf. Spinnewiel en spinrokken hadden een sterke symbolische waarde en stonden voor huiselijkheid en deugdelijkheid.

Je zou er bijna aan gewend raken, rijke vindplaatsen met een uitzonderlijk goede conservering, maar het blijft bijzonder. Archeologische vindplaatsen in het natte deel van Nederland worden namelijk bedreigd door fluctuaties in de grondwaterspiegel (stedelijk gebied) en door uitdroging en inklinking van de bodem. Hierdoor is het vaak niet goed mogelijk om organische vondsten in situ te bewaren. Wat kunnen we wel doen? Deze houten bodemschatten heel goed onderzoeken en waar mogelijk conserveren.

De spinster (Gerard ter Borch II, ca.1650-1659), uitsnede

NB: Met het gezegde ‘Geen oud wijf bleef aan het spinnewiel’ wordt bedoeld dat ‘iederen kwam kijken’. Bron: Spinnewiel Nederlands spreekwoordenboek

Lees ook Aflevering 3 van de serie Op Eigen Houtje, over hergebruikt hout voor Romeinse dakpannen!





Relatiebeheer